Het werd reeds aangekondigd in een van de nieuwsbrieven van de Gaasperplasrun: ‘wellicht heb je het al gemerkt als je over de A9, de Gaasperdammerweg rijdt: er is hier veel aan de hand. Dat klopt, de weg wordt een tunnel. De tunnel is in 2020 klaar. Dat betekent dat de route van de Gaasperplasrun tot aan 2020 voorlopig elk jaar anders zal zijn dan het voorgaande jaar. Wie weet wel elk jaar uitdagender’. Dus mijn vierde Gaasperplasrun zou wat betreft het parcours in ieder geval anders verlopen dan de vorige drie. Variatie van route doet rennen, zullen we maar zeggen.

Zoals altijd nam ik de bus naar Amsterdam Zuidoost en deze keer werd die rit een soort ontdekkingsreis omdat er onderweg heel veel gesloopt was en vervolgens nieuw gebouwd werd. Op al die plaatsen waar ik tot voor een jaar geregeld kwam, was ik nu al tijden niet meer geweest. Ik had het daarom druk met kijken naar al die veranderingen. Ik kom helaas niet zo vaak meer in de Bijlmer, terwijl ik wel graag vertoef, in dit kleine stukje tropisch Nederland. En, vooral voor degenen die nooit geweest zijn in deze qua reputatie wellicht beruchtste wijk van ons land, ik heb mij daar ook nog nooit onveilig gevoeld. Nou vooruit, één keer misschien toen ik ooit ‘s nachts uit Amsterdam-Centrum kwam en er op de fiets alleen doorheen moest. Toen vond ik het wat onheimelijk in de stilte tussen de hoge flats. maar ook die keer is mij niets overkomen. Het is voor mij gewoon leuk om daar rond te lopen en mensen uit alle windstreken in hun dagelijks leven te kunnen gadeslaan. De dag ervoor had ik reeds startnummer en chip (we zijn weer in Amsterdam, daar gebruiken ze die eigenlijk alweer ouderwetse dingen nog) bij de hardloopwinkel in Oost opgehaald. Dat scheelde mij op wedstrijdochtend zelf de tijd van het in de rij staan bij het ter plaatse afhalen van deze spullen Daardoor ik kon iets later van huis vertrekken. Wel verliet ik mijn woning zodanig vroeg dat ik tijd genoeg had om ter allereerste opwarming van de beenspieren het stuk vanaf het grote winkelcentrum aan het Bijlmerplein naar de atletiekbaan van AV Feniks, wandelend te voltooien.

Drukte voor de start

Drukte voor de start

Dit werd mijn eerste loop van Rondje Mokum dit jaar, omdat ik de Nescioloop had laten schieten. Het zal in 2016 vrijwel zeker de enige loop van dit circuit op mijn programma blijven, omdat ik moet gaan bezuinigen op mijn hardloopuitgaven. En omdat de Middenmeerloop dit jaar op dezelfde dag gehouden wordt als de tweede aflevering van de nieuwe reeks Twiskemolenlopen. Vaste lezers weten dan wel voor welke van de twee ik zal gaan kiezen. Op de baan aangekomen heb ik, na het afgeven van mijn tas bij de bewaakte garderobe, voor het begin van de wedstrijd een paar foto’s geschoten, verder opgewarmd op en rond de atletiekbaan en tenslotte in het midden van het loperspak plaatsgenomen Ik had toch geen haast en wist ook dat er bij deze qua deelnemersaantal niet zo grote loop, zeker in het begin ruimte genoeg zou zijn om mijn eigen gewenste snelheid te vinden. Een prettige stem klonk door de microfoon, met ook nog nuttige mededelingen zoals hoe lang het nog was tot de start en dat je bij het finishen over beide matten moest rennen om een eindtijd te kunnen laten registreren. Tijdens het opwarmen was de zon zelfs voorzichtig gaan schijnen en werd het daardoor rap warmer. Toen ik daar echter te midden van alle mederenners stond te wachten op wat komen ging, verdween hij alweer achter de wolken. Dus heb ik mijn renpet weer afgezet en na het zien van een volronde man met een kaal hoofd die een zweetband daar omheen droeg, mijn eigen exemplaar om mijn schedel gedrapeerd. Ik had mij voorgenomen om het rustig aan te doen. Iedere eindtijd binnen het uur was goed en een snelheid van iets boven de 10 km/ uur derhalve voldoende om zo’n resultaat neer te zetten. Het waren geen weersomstandigheden om hard van leer te trekken. Daarbij had ik het plan opgevat om nog beter dan anders te letten op wat de lopers om mij heen allemaal deden en mij daarmee te vermaken.

We gaan van start

We gaan over de matten en vertrekken (foto: Wilko Wieffering)

Voor mijn gevoel vertrok ik dan ook rustig, maar toch gaf mijn horloge al direct 11,8 per uur aan. Een sein om nog wat verder terugschakelen en enigszins naar de rechterkant van de baan af te zakken. Mijn snelheid ging terug naar uurgemiddelden tussen de 10 en 10,5 km en daar bleef ik gedurende zo’n beetje de hele rit keurig tussen schommelen. Met kilometertijden net of ruim onder de 6 minuten, zat ik vanaf het begin dus goed voor een eindtijd van minder dan 60 minuten. De baan af liep het parcours direct anders dan bij vorige jaargangen. Na rechtsaf het hek uit te zijn gekomen, moest eenieder meteen een scherpe bocht naar links maken en direct al een klein maar venijnig ‘heuveltje’ op. Door de buurt Huntum ging de route opnieuw even flink omhoog naar een fietsers- en voetgangersbrug over de A9 en over de uitgebreide werkzaamheden aldaar. Op die brug was het even iets smaller, maar alles en iedereen liep goed. Aldus in Gaasperdam (het hele woongebied ten zuiden van die A9) aangekomen ging het vervolgens linksaf door een stukje van de woonwijk Holendrecht, waar rijtjes eengezinswoningen staan. Deze verlaten hebbende kwamen we weer in het groene gebied dat ik ken als Centraal Park, op het Reigersbospad. Dit is een bosachtig stukje, met dus veel hoog groen en een paar mooie waterpartijen die nu versierd waren met aantrekkelijk ogende waterlelies. Hier vond de splitsing plaats tussen de 5 km en de 10 km. Ik had verwacht dat het merendeel van de lopers linksaf zou gaan, verder op het 5 km-pad. Later bleken er slechts 147 deelnemers op deze kortste afstand gefinisht te zijn. Van de groep die voor mij liep, gingen de meeste renners echter rechtdoor naar de wijk Reigersbos. Op de 10 km kwamen er 473 deelnemers over de meet, een flink verschil in aantallen derhalve.

Omdat mijn snelheid niet zo hoog was, werd ik in deze fase vooral door anderen voorbijgelopen. Ook door de gezette man met de zweetband om zijn hoofd. Ik deed geen moeite om met hem mee te gaan, maar ik had ergens de verwachting en de hoop dat ik hem later in de koers weer zou tegenkomen. Die hoop bleek ijdel. Wel zag ik hem nog een tijdje een eind voor mij, maar toch al spoedig was de man uit het zicht. Daar kon ik mijzelf echter niet echt druk over maken Voor het eerst viel het mij overigens op dat wij renden langs de gebouwen van de plaatselijke scholengemeenschap, inderdaad Scholengemeenschap Reigersbos geheten. De vorige keren ben ik altijd te veel met het zo snel mogelijk voortbewegen bezig geweest. Nu ik het kalm aan deed had ik blijkbaar meer tijd om op dit soort ‘randzaken’ te letten. Verderop in deze wijk, op fietspad dat ons naar de Gaasperplas en het bijna gelijknamige park (Gaasperpark) zou brengen, ging een mannelijke loper mij aan de rechterkant voorbij op een moment dat ik maar zo’n 50 centimeter van de asfaltrand voortging. Omdat er aan bakboord een zee van ruimte was, kon ik het niet laten om hem hardop de zin ‘weinig ruimte om te passeren aan de linkerkant, nietwaar’ na te roepen. De man draaide zijn hoofd om en lachte mij toe. Ik had het echter niet grappig maar bloedserieus bedoeld. Mensen die vaker mijn verhalen lezen weten onderhand wel dat ik dergelijke acties niet echt kan waarderen. Intussen was het al die tijd al behoorlijk warm en benauwd. Reden te meer om een paar slokken water te nemen. Rechtsaf ging het nu het Gaasperpark in over een fietspad dat aan beide kanten omzoomd wordt door hoog opgeschoten groen. We liepen nu heus langs de plas, maar door al die begroeiing was er van dat water maar heel af en toe iets te zien. En dat bleef nog geruime tijd het geval. Sterker nog, je moest echt bewust naar links kijken om af en toe een kleine glimp ervan te kunnen registreren. Het beste uitzicht kwam aan de achterkant van het parcours, ter hoogte van zorgboerderij Langerlust, één van de sponsoren van deze trimloop. Hier was was het een drukte van belang, waarschijnlijk vanwege en open dag of iets dergelijks. Dus kon ik niet te lang mijn hoofd naar links gedraaid houden om naar het water te kijken, want ik moest alle weggebruikers (medelopers, fietsers, bromfietsers en automobilisten) in de smiezen houden.

Ik zag voor mijn gevoel deze keer veel wandelende deelnemers, de eerste al na amper 1,5 km. Ook een man in een shirt van de organiserende vereniging liep te slenteren op het pad aan de zuidzijde van de Gaasperplas, na ongeveer 4,5 km. En één vrouw hield het zelfs meerdere keren even voor gezien, hoewel zij daarna wel weer vrolijk verder rende en op het laatst ook bij mij vandaan. Had ik al vermeld dat het behoorlijk en ook drukkend warm was? Bij de verzorgingspost pakte ik daarom een natte spons aan. Dit stukje kunststof werd mijn favoriete metgezel en hield mijn hoofd de rest van de verhitte tocht heerlijk koel. Ik kon niet ophouden om zo veel mogelijk delen van mijn kop te koelen met dit vorstelijke, relatief koude, natte ding. Het duurde wel even voor ik doorhad dat het handig was om de zweetband van mijn hoofd te verwijderen, zodat ik ook het voorhoofd regelmatig kom afwissen. Een EHBO-er wilde het natte ding wel van mij overnemen, zo gaf hij te kennen. Ik was echter onverbiddelijk en maakte tot ver na de eindstreep van zijn diensten gebruik. Sterker nog, ik heb hem als aandenken mee naar huis genomen en nu ligt het stukje kunststof op mijn zolder op te drogen. Kort na de waterpost hoorde ik achter mij een loopster verzuchten dat zij het jammer vond dat er niet nog een post kwam. Zij had een beker water over haar hoofd gekieperd, een maatregel die uiteraard maar korte tijd soelaas biedt. Ik draaide mijn hoofd om en voegde haar toe dat zij beter een spons had kunnen nemen, omdat je daar veel langer plezier van hebt. Wel een mededeling met een hoog mosterd-na-de-maaltijd-gehalte.

Die spons is mijn nummer 1

Die spons is mijn nummer 1 (foto: Wilko Wieffering)

Deze keer heb ik met weinig mensen lang gelijk op kunnen lopen. Wel met een kleine bebrilde vrouw, die ik volgens mij vorig jaar op hetzelfde stuk van de route ook tegenkwam. Zij liep een tijdje bij mij in de buurt, maar uiteindelijk bij mij vandaan. In het deel van het park bij de metro-eindhalte Gaasperplas, is het groen zodanig uitgegroeid dat het wel een bos lijkt. Op een gegeven moment zette ik zelfs mijn zonnebril af omdat het hier onder de bomen zo donker was (en dus ook wat koeler) dat mijn bril teveel licht wegsnoepte. Later vernam ik van een collega die inde aangrenzende wijk woont, dat er verregaande plannen zijn voor een 4 meter brede asfaltweg dwars door dit mooie gedeelte. Het zal eens een keer niet zo zijn. Hier nam de route wederom een andere wending dan vorige jaren. Een omleiding die ons vrij dicht langs het metrostation leidde, hoewel dat bouwwerk niet te zien was. Aan een bepaald rijtje gecultiveerde bomen herkende ik de plek echter toch. Ergens in dit deel, op een ruim pad en terwijl er nauwelijks renners om mij heen te bekennen waren, kwam er ineens een man rechts langs mij heen, half over het gras van de berm bewegend. Voor ik het wist, kwam de verzuchting: ‘dat meen je toch niet dat je mij hier rechts moet inhalen’ over mijn lippen. De nogal fors uitziende loper reageerde niet en ging noest door op zijn weg. Het kan zijn dat hij mij niet heeft gehoord omdat hij een koptelefoontje droeg. Gezien zijn postuur was dat misschien maar goed ook. Je weet nooit of mensen aanstoot nemen aan hetgeen jij er spontaan uitgooit.

Wat mij ook deze keer opviel was het aantal renners dat stukken afsneed. Dat waren er veel in mijn beleving. Als je denkt dat je op deze wijze sneller aan de meet komt en daarbij toch het idee hebt dat je een volledige en volwaardige 10 km hebt afgelegd, dan moet je dit vooral doen. Mijn wijze van trimlopen is het echter niet. Daarom hield ik mij gewoon aan de bewegwijzering en maakte ik alle bochten op het asfalt, zoals ze waren aangeduid. Mijn Garmin gaf na de eindstreep dan ook zomaar 10,02 km aan als afgelegde afstand. We kwamen vervolgens uit op het punt waar het parcours tot nu toe ten langen leste een aaneengesloten stuk langs het zichtbare water van de Gaasperplas liep. Amper waren wij daar aanbeland of we moesten direct een ander pad op dat tussen de flats van de buurt Nellestein door leidde. Jammer aan de ene kant dat een volwaardige blik op de plas ons ook hier niet gegund werd, maar leuk daarentegen om weer eens een ander stukje route te kunnen volgen. Een jonge loopster kwam luid zuchtend en steunend kort naast mij lopen. Ik vroeg haar of het zo zwaar was, maar er kwam geen reactie. Ook zij had mini-geluidsboxjes in haar oren en mijn vraag daardoor hoogst waarschijnlijk gemist.

Wazig door de warmte

Wazig door de warmte in Nellestein? (foto: Jeanne van der Sanden)

Het werd nu tijd om Gaasperdam weer te verlaten en terug te keren naar de Bijlmermeer (het deel van Zuidoost ten noorden van de snelweg dus). Dit ging via een mij onbekend, misschien wel nieuw aangelegd tunneltje onder de A9, dat bereikt kon worden via een venijnig omhooglopend stukje fietspad. Ik had er al bijna 9 km opzitten, daarom waren de benen niet meer helemaal fris. Omhoog rennen viel om die reden best wel tegen. Een al een tijdje in de buurt lopende dame gaf er hier, al dan niet tijdelijk, de brui aan en ging ook over op wandelpas. De Bijlmerbuurt Kelbergen werd nu korte tijd aangedaan. Ik zag tot mijn verbazing dat mijn horloge ineens een snelheid van 11,2 per uur aangaf. Waar haalde ik dat nog vandaan zo aan het einde van die vermoeiende tocht. Daarna was het onder het hoge viaduct van de Gooise Weg door en terug het Nelson Mandelapark in. Renners voor mij passeerden links en rechts een jongedame die een rolstoel voortduwde met daarin een meisje dat één onderbeen in het gips had en ook nog een baby op haar schoot. Ik draaide in het voorbijgaan mijn hoofd om naar het meisje te zwaaien. Had ik trouwens al verteld dat het warm was en vochtig benauwd en dat er ook nog eens nauwelijks wind was om ons hardlopers enigermate te verkoelen? Omdat het laatste stuk bestond uit een rondje door het deel van het park dicht bij de baan, teneinde aan 10 volle kilometers te geraken, kruisten wij het pad waar wij even daarvoor zelf renden. Op dat kruispunt kwam ik ze even later voor een tweede keer tegen. Nu zwaaide de jonge vrouw die de rolstoel voortduwde enthousiast naar mij. Toen ik na gedane arbeid de atletiekbaan verliet, op weg naar de bushalte, en het enigszins regende, trof ik dit stelletje voor de derde keer aan, schuilend onder het viaduct van de Karspeldreef, net buiten de ingang van de AV Feniks-baan.

De baan weer op

De baan weer op voor de eindspurt (foto: Wilko Wieffering)

Ik hield mij dus keurig aan de door de organisatie uitgestippelde route, zonder telkens een korter paadje te nemen of door het gras bochten af te snijden. Zo kwam ik, blij dat de inspanning er spoedig op zou zitten, in het zicht van de eindstreep. Net voor het de baan opdraaien achterhaalde ik een vrouw met een AV ’23-shirt. Ik bedacht dat ik verder helemaal geen bekende gezichten van deze atletiekvereniging uit de Watergraafsmeer had gezien. Bij het nalopen van de uitslagenlijst, bleek overigens dat er zich toch wel handenvol leden van die club onder de deelnemers bevonden. Ik had er alleen, behalve deze dame, niet één gezien of herkend. Mijn voornemen was om mij niet druk te maken over eventuele achteropkomers die mij ter elfder ure, dus kort voor op op de eindstreep voorbij zouden steken. Bij mijn weten zat er ook niemand dicht achter mij toen ik de baan betrad, waar ik mijn naam en woonplaats door de luidsprekers hoorde. Vóór mij zag ik een man die van achteren duidelijk jonger leek dan ondergetekende. Het leek mij wel leuk en tevens haalbaar om die nog even de loef af te steken. Ik ging hem vrij makkelijk voorbij, maar een op het laatste moment achteropkomende loper troefde mij nog juist voor de meet af. Jammer maar helaas. Ik zette mijn Garmin, zoals ik eerder die dag geleerd had, net na de tweede mat stil en kon met genoegen vaststellen dat de 57:25 minuten die ik nodig had gehad om deze loop te voltooien, ruimschoots binnen de vooraf bedachte limiet was. Ik was dan ook meer dan tevreden en ik was voor de 50-ste keer zonder problemen over de finish gekomen. Dat vond ik wel een kleine felicitatie waard. En ik had er een mooie medaille bij voor mijn verzameling.

GPR-2016-medaille

Tijdens het uitwandelen op die mooie, blauwe atletiekbaan, zag ik donkere wolken zich samenpakken in het zuidwesten. Terwijl ik mij in de, uiteraard erg warme en benauwde, kleedkamer van mijn renkleren aan het ontdoen was, rommelde het al wat en vielen de eerste druppels. Daar hadden twee lopers het trouwens al dan niet toevallig ook over het feit dat je tijdens de Gaasperplasrun de Gaasperplas nauwelijks te zien krijgt. Was ik dus niet de enige die tot die conclusie was gekomen. Weer buiten deed ik maar snel mijn renjasje aan en stapte op richting huis. Tijdens mijn wandeling langs zo’n beetje de laatste hoge flats die dit stadsdeel nog ‘rijk’ is, bleef het zowaar min of meer droog. Bij het winkelcentrum Amsterdamse Poort ging het wel aardig sauzen maar kon ik onder het winkelafdak droog voortgaan richting het Bijlmerstation. Daar liet ik, ondanks dat ik iets te vieren had, alle zaken waar ze koffie verkochten links liggen. Toen ik vlak bij huis uit de bus stapte, was de regen reeds overgegaan in wat laatste gespetter. Opnieuw een zondag waarbij de weersvoorspellingen slecht waren maar waar tijdens de trimloop daarvan niets te merken was. Ik genoot derhalve om meerdere redenen extra van mijn dubbel-en-dwars verdiende buitenmaat beker met koffie.

Ook gepubliceerd op Looptijden.nl

(bron: arranraja.wordpress.com)